Verhaal

Een gemeenschap in een kleine stad

De Nieuw Israëlitische bevolking van Blokzijl

Fallback image

In dit verhaal komen een paar inwoners van de stad Blokzijl voor het voetlicht.

191-0186

Blokzijl, Zuiderstraat

Behalve de begraafplaats aan het Slingerpad in Blokzijl is er weinig meer dat nog herinnert aan de Nieuw Israëlitische gemeenschap die vanaf 1820 in Blokzijl woonde en een plaats in de gemeenschap innam. Familienamen die in de daaropvolgende decennia frequent voorkomen: Brest, Gokkes, De Horst en Jacobs. Onder hen veel zelfstandigen: een borstelmaker, koopman of koopvrouw, vleeschhouwer of slager, winkelier en heel opmerkelijk een Commies bij 's Rijksbelastingen.

Blokzijl is geen metropool in de 19e eeuw, en dat geldt ook voor de jongeren. Er is een beweging te zien van en naar Amsterdam voor kortere tijd, dan komen ze soms weer even terug om daarna opnieuw naar Amsterdam te gaan. Al deze mutaties passen in het beeld wat al eerder geschetst is: Blokzijl, en het Land van Vollenhove, is een krimpregio (Migratie in het Land van Vollenhove; Jaarboek Het Peperhuis 2013).

Van de vele tientallen even aandacht voor enkele personen in het bijzonder: Sijbilla Sophia Brest-Zendijk en Jozeph de Vries. Sijbilla wordt in 1835 in Stad Vollenhove geboren en zal vanwege haar huwelijk naar Blokzijl verhuizen om er niet meer weg te gaan. Samen met haar man is zij koopman/koopvrouw. Haar hele Blokzijlse tijd woont ze in wijk 4: Zuiderkaai en Zuiderstraat met een korte onderbreking in het Oud Verlaat. Ze krijgen een gezin en de kinderen ziet ze uitzwermen. Uiteindelijk blijft ze alleen over en vindt ze in 1901 haar laatste rustplaats in Blokzijl.

Jozeph de Vries wordt in 1854 in Dwingelo geboren en komt met zijn gezin in 1900 vanuit Coevorden naar Blokzijl. Hij woont een jaar in de Kerkstraat en gaat een jaar later naar Zutphen. Kennelijk was dat uit hoofde van zijn functie: Commies bij 's Rijksbelasting. In een korte tijd konden er geen al te nauwe banden met belastingplichtigen ontstaan.


Heiman Sanders komt als arts in 1866 voor een maandje vanuit Groningen naar Blokzijl.


Dan nog een aardige: likeurstoker Gerardus Jacobs, hij woont in de Kerkstraat, hoe lang hij likeurstoker is geweest en wat voor sterke drank hij heeft gemaakt is niet duidelijk. Wel is het bijzonder dat likeurstoker een officieel beroep is en hij heeft op dat moment niet veel concurrentie. In 1871 gaat hij naar Amsterdam.

Twee jongeren die het veel verder op zochten waren Julius en Samuël van Gelder, zij gaan in 1869 naar het verre Nederlands Oost Indië.

Het lijkt er op dat veel Joodse gezinnen in de Kerkstraat en de Zuiderstraat woonden, al zal het mede van rang en stand afhangen of de Noorderkaai of andere straten op stand binnen bereik waren. Zo groeit Mozes de Horst, geboren in 1867, in de Zuiderstraat op en trouwt in 1893. Een paar huizen verderop gaat het jonge stel dan wonen en sticht daar een eigen gezin. We zien de generaties elkaar opvolgen. We zien de kinderen bijna al op straat spelen, we horen de stemmen in de straten. Zouden ze dezelfde spelletjes doen als je nu kunt doen: steltlopen, hoepelen, zaklopen, verkleden?

Behalve de serene rust op de begraafplaats herinnert niets meer aan deze families en inwoners van Blokzijl.