Zo gauw het begon te vriezen begon het bij ons te kriebelen. Wonend naast een sloot, dagelijks kijken of het ijs dik en sterk genoeg was. Eerst met een stok, daarna met 1 voet stampen en kijken of het al hield. Verdorie die … van een buurman was er met zijn schuit nog even doorheen gegaan, daar ging die mooie spiegelgladde ijsvloer. Maar gelukkig, het bleef nog even vriezen. Nog een paar nachtvorsten, zei vader Dirk, en dan is het ijs dik genoeg.
Als het ijs m’n vader hield mochten we het ijs (officieel) op. In huis werden de schaatsen ondergebonden, waarna vader me het ijs op zette, op friese doorlopers met van die versleten riempjes en veters die nooit vast bleven zitten. De eerste lessen van vader; links, rechts, links, rechts, en glijden blijven. Een stoel kwam er niet aan te pas. Vallen en opstaan, daar leer je schaatsen van.
De eerste toertochten, rondjes van 5 kilometer door de sloten van Grootebroek. De volgende dag weer een toertocht, maar dan door Lutjebroek. Iedere IJsclub natuurlijk zijn eigen tocht. Schoolwedstrijden, kortebaan op de sloot naaste de lagere school. John Bakker op zijn Noren, tja daar kon ik niet tegenop met m’n Friese doorlopers met losse veters. In die tijd kwamen ouders sowieso nooit op school, en zeker niet om dan even de veters te strikken.
De winters werden zachter en gingen voorbij, vaak zonder langdurig ijs. Tot de jaren tachtig, in 1985 en 1986, jaren met een elfstedentocht. Wat werd er weer geschaatst. Lutjebroek, Grootebroek, Bovenkarspel, Enkhuizen, gezamenlijke tourtochten werden georganiseerd. In februari ’86, in weer en wind, wie kom ik daar tegen: Saskia, met jou wil ik trouwen. Dan weer kwakkelwinters zoals dat heet, tot halverwege de jaren negentig. In 1996 geen elfstedentocht, maar wel die prachtige oversteek Enkhuizen-Stavoren. Zaterdagavond 3 februari verjaardag van zwager Piet. 'Zwagers, we kunnen wel meedoen morgen'. Zo gezegd zo gedaan. Chaos in Enkhuizen, een lange file op de Drechterlandse weg richting Enkhuizer Zand, en wij mooi op onze fiets met de schaatsen onder de snelbinder naar de startlocatie. Een mooie tocht, dat zeker, prima te doen. Af en toe bij de vaargeulen van die stroken met ijsschotsen, maar verder hoppa, knallen over dat ijs. Ome Jaap ging zelfs twee keer. In Stavoren een grote drukte bij het keerpunt, dus maar terug naar Enkhuizen en linea recta naar Cafe de Enckhuyser. Mooi nagenieten aan de lange tafel, niet-wetende dat onze hoogzwangere vrouwen in rep en roer waren vanwege alle alarmeringen op radio en tv vanwege chaos en gewonden bij de oversteek.
Onze kinderen worden geboren en de geschiedenis herhaalt zich. Vader test het ijs, geeft les aan de kinderen en zo gauw het kan gaan we samen schaatsen. IJs en vis, je moet het nemen als het er is.