De weeën kondigden zich aan op 30 december. Alhoewel het best wel ontspannen ging, werd na zo’n 20 uur besloten dat we naar het ziekenhuis moesten. Liggend achterin onze bestelauto, ik met mijn beste vriendin die ons hielp, en mijn partner achter het stuur, glibberden en bibberden we bij 8 graden onder 0 naar het Slotervaartziekenhuis, waar na 8 uur op 31 december onze zoon werd geboren. Eind goed al goed, moeder en kind mochten dezelfde dag weer naar huis.
Maar het bleef de maanden erna vriezen. Tegenover ons lag een grindschuit die gelost had op de overslagplaats aan de Nieuwpoortkade en die ook vast lag. De schippers op de boot hadden hun schaatsen mee en maakten een mooie schaatsbaan voor alle bewoners. Zij zwierden zelf met geitenwollen sokken aan op Friese doorlopers. Na een paar dagen werd er zelfs door bewoners een muziekinstallatie op het ijs gezet en ’s avonds was er verlichting.
Het hoogtepunt van deze ijspret waren wel de schaats- en priksleewedstrijden met koek en zopie die de schippers organiseerden voor alle bewoners en hun kinderen. Zelf probeerde ik schaatsen te leren achter een stoel. Af en toe stopte ik even bij onze woonboot om te kijken of de baby alweer wakker was voor zijn volgende voeding.
Een koude winter met warme herinneringen!