Verhaal

Watersnoodramp 1953

Zuiderzeemuseum biedt hulp bij watersnood

Erik Erik Walsmit

De hulp van Enkhuizen en het Zuiderzeemuseum bij de watersnoodramp.

1953_Pagina_1

De hulpverleners met sloep. Staande v.l.n.r.: Marchienus de Jonge en Piet de Moed van het Zuiderzeemuseum, Rinke van der Veen en Jacob Kouwenhoven, de vishandelaren die voor het transport zorgden. In de sloep: Marten de Jonge, Klaas Enzlin en Wessel de Jonge.

Het is dit jaar 60 jaar geleden dat voornamelijk Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden getroffen werden door een enorme stormvloed gevolgd door een watersnoodramp waarbij alleen al in Zeeland 1835 slachtoffers vielen.

Vanuit Enkhuizen en andere IJsselmeerplaatsen kwamen snel initiatieven om hulp te bieden. In Enkhuizen mobiliseert de havenmeester Jan Poorta de lokale vissersvloot om hulp te gaan bieden. Ook de vissers van Urk krijgt hij zover om mee te doen. Hun schepen lagen op dat moment in Breskens zodat ze snel ter plekke konden zijn. Van de Urker vissersvloot waren drie schepen uitgeschakeld. Zij waren bij Breskens op de dijk geworpen door de storm.

Ook het Zuiderzeemuseum, dat toen nog maar enkele jaren eerder zijn deuren had geopend, deed mee met de hulpverlening. Het museum stelde een vlet en een sloep met bemanning inclusief twee buitenboordmotoren beschikbaar. De bemanning bestond uit Enkhuizers. De schepen werden met een vrachtwagen van de vishandelaren Kouwenhoven en Van der Veen naar Rotterdam vervoerd. De hulpverleners werden ingezet op de eilanden Voorne en Putten waar ze een tiental mensen en een paard gered hebben.

Literatuur:
Vries, E.C. de. 2003. Enkhuizen en de watersnoodramp van 1953. In: Steevast 2003, Jaaruitgave van de Vereniging Oud Enkhuizen. 84-88.

Media