Verhaal

De Botendienst

In 1875 was 'openbaarvervoer' heel anders.

Mona Manon Hees

De botendienst tussen Edam, Volendam en Amsterdam kreeg concurrentie van de stoomtram in ± 1888.

Prentenbriefkaart 1900-1909, Zuiderzeemuseum Enkhuizen

Vervoer over water - Tjalk

Mevrouw T. Kemper Grim is inmiddels 101 jaar en woont nog altijd in Edam en ze vertelt het verhaal over hoe haar familie vroeger de botendienst runde die voer tussen Edam en Amsterdam. In die tijd waren er geen bussen, treinen, auto’s of fietsen. Alleen in Amsterdam reed er de Paardentram, een wagen getrokken door paarden.

Mijn grootvader Cornelis Grim had in ± 1875 een vracht en passagiers dienst en voer vanaf Edam naar Amsterdam. Behalve op dinsdags, dan ging de dienst met de boot naar de markt in Purmerend, met vee en passagiers.

Mijn opa Grim had 3 zonen die ook op de boot hielpen; de oudste zoon Adam was chef, dan kwam Jacob (mijn vader), die was machinist en de jongste zoon C. Grim die later zelf de dienst overnam. De boot heette in die tijd de 'Noord Ster' en voer van Edam langs Monnickendam en via Broek in Waterland en naar Amsterdam. Maar de bootdienst kreeg een concurrent! Er ging vanaf Volendam en Edam ook een stoomtram rijden naar Amsterdam. Als kind weet ik nog goed dat in Edam er 3 auto’s waren. Nadat mijn oom Cor Grim de boot van mijn grootvader had over genomen heeft hij nog lang met de boot gevaren. Onderwijl kwamen er meer auto’s, bussen en fietsen.
Voor zover ik weet bestaat de botendienst niet meer sinds iedereen zelf vervoer heeft.

Mevrouw T. Kemper Grim uit Edam