Waar menig centrum ten prooi is gevallen aan cultuur barbarisme zijn er ook steden die wat verder keken dan de spreekwoordelijke neus lang is gebleken. Als alle woningen van het Zuiderzeedorp waren blijven staan in de plaats van herkomst dan zagen die plaatsen en op die speciale plekken er heel anders uit. Maar menig gemeentebestuurder schaamde zich er niet voor op die oude handel af te laten breken en geruisloos te laten verdwijnen als sloopafval of met een herbestemming in Enkhuizen. Het begrip duurzaamheid is nog niet eens zo heel oud maar de panden van het Zuiderzeedorp zijn dat stuk voor stuk: Duurzaam ze kregen de kans op een tweede leven en werden in een prachtige omgeving geplaatst.
In sommige plaatsen had het gemeentebestuur bijtijds in de gaten dat die oude panden het bewaren waard waren en dat zij eenmaal hersteld een waardige aanvulling vormen in het beeldbepalende karakter van het centrum: Deventer en Zutphen zijn sprekende voorbeelden. Maar Kampen doet zijn naam als Hanzestad ook eer aan.
In deze relatief kleine stad aan de IJssel werd al vanaf de middeleeuwen handel gedreven met andere plaatsen langs de Zuiderzee maar ook met de Scandinavische en landen langs de Oostzee. Voor een klein deel is die nijverheid terug te vinden. In de negentiende eeuw waren het de stoommachines die via de schoorsteen rook de lucht in hebben geblazen. Stoom was ineens het middel bij uitstek om een bedrijf te kunnen laten draaien. Denk aan de stoomwasserij uit IJsselmuiden net aan de andere kant van de rivier omdat daar meer ruimte beschikbaar was dan in Kampen zelf.
Door toenemende mechanisatie groeiden veel bedrijven uit hun jasje maar ook omdat het verkeer steeds zwaarder werd en de straten in een binnenstad te nauw bemeten waren kwam het proces van schaalvergroting op gang.
Veel bedrijfjes gingen op de fles, ze waren niet meer rendabel en konden niet mee in de slag om de concurrentie. Panden komen leeg te staan en dat vraagt om herbestemming. Soms kost dat een groot aantal jaren. Fabriekspanden transformeren tot appartementen vraagt om visie. Des te leuker is het als een gemeente en een projectontwikkelaar dat weten te realiseren. Kampen was bekend vanwege de sigarenindustrie, evenals Steenwijk en Veenendaal. Wat ooit begon als huisarbeid groeide en er werden veel sigarenfabrieken gesticht.
De afbeelding die bij deze bijdrage staat is in de muur van zo'n voormalige sigarenfabriek te vinden. De gevelsteen is niet echt oud. De bekende steenhouwer Hans 't Mannetje heeft de afbeelding van de man in driedelig zwart ontworpen. De tekst: segaren preteuntien spreekt tot de verbeelding. Segaren valt nog wel te herleiden tot sigaren. Maar dat preteuntien? Het is een wordt dat zoveel wil zeggen als 'patroon' en is een stille verwijzing naar het vroegere gebruik van het pand in de Boven Nieuwstraat en een eerbetoon aan al die fabriekjes die er geweest moeten zijn.
Dat aanduidingen niet alleen op het fabriekspand zelf te vinden waren maakt de onderstaande afbeelding duidelijk: reclame op een muur eveneens in de binnenstad. Een muurschildering, net zoals de reclame van de beschuit van V.D. Put, kracht beschuit. Op deze schildering staat alleen de merknaam iedere voorbijganger wist wat er bedoeld werd: een stevige sigaar.
Heden ten dage is het vrijwel ondenkbaar dat er in de publieke ruimte nog reclame wordt gemaakt voor rookwaren. Met het verdwijnen van fabriekjes en nering in een binnenstad zijn wellicht veel meer van dergelijke fraaie schilderingen verdwenen en daarmee gaat een deel van het collectieve geheugen verloren.
De sigaar blijft in het spraakgebruik nog wel bestaan: 'de sigaar zijn' of een 'sigaar uit eigen doos'. De laatste uitdrukking wordt nog wel eens gebezigd als er een arbeidsconflict is over het afsluiten van een nieuwe CAO. Als er een akkoord wordt bereikt dan wordt de sigaar uit eigen doos nog wel eens gebruikt om duidelijk te maken dat het maar een gedeeltelijke verbetering is. Maar in dit polderland krijgt zelden iedereen zijn zin.
bijdrage geplaatst: 9 mei 2025
afbeeldingen: auteur