Rond 1900 speelde voor gemeenten het probleem net zo goed als nu: hoe kom je aan een nieuwe gemeentearts. Het waren de plaatselijke gemeentebesturen die een sollicitatie opstelden met daarbij het honorarium. Dat de gemeente een stevige vinger in de benoemingsprocedure had, had een voordeel. De gemeentearts was verplicht om aan alle ingezetenen medisch hulp te verlenen. Extra kosten voor genees- en verbandmiddelen werden dan vergoed door de gemeente. Een vergelijkbare procedure als voor het onderwijzend personeel.
Opvallend is dat niet alle gemeenteartsen erg lang in een standplaats of gemeente blijven. De dorpen in het Land van Vollenhove waren niet te vergelijken met steden in het westen van het land. Misschien waren het beginnende artsen die net van de universiteit kwamen en in zo'n dorp hun eerste praktijk hadden. In ieder geval konden ze ervaring op doen.
In Giethoorn was dat een uitdaging van formaat, het dorp lag behoorlijk geïsoleerd. Veel water, meren en sloten. De gemeente Giethoorn was misschien aantrekkelijk om te wonen als je van rust en ruimte hield maar een goede infrastructuur was er nauwelijks. Alles ging over het water: personen, hooi, koeien die naar een andere weide gebracht moesten worden, verhuizen, trouwen en begraven. Niet voor niets konden Gieters die een punter nodig hadden kiezen uit vier modellen, voor elk soort van vervoer en transport was er wel een beschikbaar.
De nieuwe gemeentearts die in 1899 werd aangesteld kwam en zag dat hij toch wel wat extra wensen had om zijn werk uit te kunnen voeren. Naast de dienstwoning, die standaard aanwezig was, wilde hij ook een botenhuis en iets verder ook een koetshuis. Dat geeft ook direct de geïsoleerde ligging van de woning aan. Kennelijk was die niet over de weg te bereiken. Op de afbeeldingen is de dorpsgracht van Giethoorn te zien met de karakteristieke houten bruggen. Maar een punterende huisdokter is niet op een foto vastgelegd. Het zou ook wel een bijzonder gezicht zijn om de dokter te zien punteren met als bagage de bekende doktersvalies met instrumenten maar misschien was het ook wel een roeiboot. Moet je niet als patiënt de pech hebben dat er echt haast bij is. In die tijd was de Beulakerweg de doorgaande weg waar je met paard en wagen eventueel koets kon rijden. Het pad langs de dorpsgracht was en is daar te smal voor. Fietsen zou nog net gaan. Deze dorpsdokter zou tien jaar in Giethoorn blijven en dat is redelijk lang. Bij zijn afscheid wed hij in een gemeenteraadsvergadering toegesproken en kreeg hij als blijk van waardering een foto van de dokterswoning in Giethoorn die hij zou gaan verlaten.
Iemand anders die zijn zorgen uitte over de bereikbaarheid van twee streekdorpen was de Inspecteur van de Post- en telegrafiekantoren. Hoe kon hij of een postbesteller met een telegram vanuit het kantoor met enige snelheid in Dwarsgracht of Jonen komen.
Dwarsgracht en Jonen zijn vergelijkbaar met Giethoorn en hoorden ook bij die gemeente: veel water en geen weg als logische verbinding. Ook de bezorger van een telegram zal hoogstwaarschijnlijk via het water met een punter of roeiboot naar de verder afgelegen bestemming hebben moeten varen. Nog lastiger wordt het als een bezorgadres ergens middenin de rietvelden ligt. Door een wirwar aan sloten moet je de waterwegen goed kennen. Hoe het in de wintermaanden is als er ijs ligt laat zich raden: dokter en besteller op de schaats net zoals de bakker en melkboer met een ijskar over de bevroren dorpsgracht gleden.
Hoe het probleem van de langere bezorgtijd is opgelost laat de gemeente niet weten. beide voorbeelden zijn te vinden in de raadsnotulen van de gemeente Giethoorn medio 1899/ 1900.
In de Collectie van het Zuiderzeemuseum Enkhuizen zijn meerdere afbeeldingen te zien van Giethoorn, het aardige van die afbeeldingen is dat het de situatie laat zien van een periode die niet meer bestaat het eerste kwart van de twintigste eeuw. Er zijn geen veeboeren meer, en toeristen waren er toen nog niet het was de plaatselijke bevolking die het leven van alle dag had en geen of nauwelijks weet had van de wereld verder op. Zouden Gieters wel eens naar de markt van Steenwijk zijn geweest? Misschien een enkeling maar het dagelijks leven speelde zich toch vooral af in en om de eigen woning op het water en op het land.
Bert Haanstra heeft in 1958 een film gemaakt over Giethoorn en daarin laat hij op een goede manier het dorpsleven van binnenuit zien, de woorden: 'het is een merkwaardig dorp' zijn niets teveel gezegd.
Vanaf dat moment veranderde het karakter van het dorp aanzienlijk. Toeristen lieten zich steeds vaker in het 'openluchtmuseum' zien maar vergaten dat er mensen wonen en werken die het niet op prijs stellen als er ineens vreemden in de tuin staan of naar binnen gluren. En heden ten dage is dat nog zo, hoeveel houten bruggetjes niet met een hekje zijn afgesloten; het worden er steeds meer omdat de druk van de toeristenstroom steeds groter wordt.
En de huisarts van Giethoorn, die zit binnenkort in een nagelnieuw gezondheidscentrum De Tjasker aan de Beulakerweg en de praktijk is over de weg bereikbaar.
De telegrambesteller heeft ook geen klagen want er zijn geen telegrammen meer. Er is nog een functionerende aansluiting in Nederland en dat is die van het Koninklijk Huis maar zelfs als er van die kant een telegram naar Dwarsgracht of Jonen moet dan beschikt de bezorger tegenwoordig over een elektrisch voertuig, brommer of auto.
bijdrage geplaatst: 4 oktober 2025
afbeeldingen: Collectie Zuiderzeemuseum Enkhuizen