Yvonne Noorman
In januari en februari 1963 vroor het in Nederland heel hard en er viel ook veel sneeuw.
Op 18 januari werd de 12e Elfstedentocht verreden bij strenge vorst op zeer slecht ijs en bij een venijnige stuifwind. Een titanenstrijd, die gewonnen werd door de uit Ommen afkomstige sportleraar Reinier Paping.
In het IJsselmeer lag een ijsvloer van zo’n 75 cm dik. Op een zaterdag in februari fietsten 7 collega’s van de firma Gebroeders Sluis Zaadteelt en Zaadhandel over die dikke ijsvloer naar Urk, een afstand van 25 km. Dat waren Leo Pennekamp (de oudste), Henk de Jong, Paul Boersma, Jaap Lub, Sjoeke Groot, Nel Fijma en Rinie Ras. De start was op de Werkhaven van het in aanbouw zijnde Buitenmuseum, bij strenge vorst en mist. Oud-visserman Jaap Lub wees zijn collega’s de weg met zijn kompas. Rinie Ras kreeg al gauw kettingpech, dus fiets op z’n kop, de ketting er weer omheen en de vette vingers werden met sneeuw schoongemaakt...
Toen de mist was opgetrokken, openbaarde zich een prachtige witte ijsvlakte met een strakblauwe lucht erboven. Vlak voor Urk stond een koek- en zopietent. Ook op Urk zelf kon men zich tegoed doen aan een lekkere warme hap.
Henk de Jong bracht ook een kort bezoek aan zijn vriend Henk Ras en diens vrouw Bettie van der Vecht. Dat was de laatste keer dat de beide Henken elkaar zagen en spraken, want drie jaar later verging Henk met zijn broer Jacob en drie knechten met de kotter UK 58 op de Noordzee.
De terugtocht van de 7 collega’s naar Enkhuizen werd gemaakt bij zonnig en “warmer” weer, en met een windje in de rug. Onderweg waren de fietsers getuige van niet ongevaarlijke autotochten naar diverse plaatsen rond het IJsselmeer.
Op het Krabbersgat werden ze door diverse familieleden hartelijk verwelkomd. Een behouden terugkeer in Enkhuizen, na een onvergetelijke fietstocht over een 75 cm dikke ijsvloer, en met vele “warme herinneringen”.
HENK DE JONG
Denenburg 18
1601 GX Enkhuizen
