Verhaal

Weer of geen weer

Neerslag meten wordt een dagelijkse bezigheid

Fallback Image Profiel Vincent Erdin

Enkhuizen blijft een meetstation voor het KNMI

Regenmeter

Op 29 maart werd op het terrein van het buitenmuseum de laatste hand gelegd aan allerlei klusjes om het museumterrein open te stellen voor een nieuw seizoen.

Omdat het dit jaar een feestjaar is werden op alle brugleuningen lijnen met vlaggetjes opgehangen. Vrolijk wapperend in de wind. 

Op een plek was er wel wat bijzonders aan de hand. Er werd een 'gietertje' geplaatst. Nu is dat gietertje niets minder dan een offcieel goedgekeurde regenmeter van het KNMI in De Bilt. 

De meting dreigde uit Enkhuizen te verdwijnen omdat Leo Stavenuiter die dit jarenlang gedaan had bezig was met een verhuizing naar elders.

De meting is in het jaar 1880 begonnen en geeft een mooie aaneengesloten reeks van gegevens die weer gebruikt kunnen worden om analyses van de weersomstandigheden te maken. Het Zuiderzeemuseum wilde een plek aanbieden op het terrein: een open veld zodat de neerslag er van alle kanten, afhankelijk van de wind in de regenmeter opgevangen zou kunnen worden. In het 'gietertje' zit een pijpje waarop de neerslag kan worden afgemeten. Dat er voor deze plek is gekozen hangt nauw samen met het feit dat de meter dagelijks uitgelezen wordt en de gegevens door worden gegeven aan het KNMI. De medewerkers van het ZZM die hier voor verantwoordelijk zijn moeten niet eerst iedere dag door weer en wind een wandeling hoeven te maken naar de andere kant van het terrein.

In Nederland zijn 330 geregistreerde meetpunten die dagelijks hun gegevens doorsturen naar het KNMI.

Misschien is het een suggestie om de resultaten van deze regenmeter ook ter plaatse bekend te maken. De meetgegevens van Enkhuizen en op de achtergrond het cijfer van Nederland.

Bezoekers en andere belangstellenden zien in een oogopslag hoe het er in Enkhuizen voor staat.

 

bijdrage geplaatst: 22 april 2023

afbeelding: auteur