Verhaal

Varen over de Zuiderzee

Beurtveerdiensten in de negentiende eeuw

Fallback Image Profiel Vincent Erdin

Vanuit Amsterdam vertrokken wekelijks 800 schepen die als beurtvaart lijndiensten onderhielden met de regio. Die regio strekte zich uit van Groningen, Friesland, Overijssel tot veel bestemmingen in Noord Holland.

Steenwijkerdiep, Steenwijk

Het nieuwe reglement voor het beurtveer tussen Steenwijk en Amsterdam kwam in 1860 tot stand. De vergunning werd aangevraagd door twee schippers uit Steenwijk en moest worden afgegeven door de twee gemeenten Amsterdam en Steenwijk. De geschiedenis van dit veer gaat echter veel verder terug in de tijd. Al in 1751 moet er een beurtveer zijn geweest tussen Steenwijk en Amsterdam. In dat jaar ontstaat er onenigheid tussen de schippers van Blokzijl en die van Steenwijk. De Blokzijlers grijpen bij die gelegenheid terug op een document uit juli 1602. In dat jaar werd er een overeenkomst gesloten tussen beide partijen. De Blokzijlers zijn van mening dat de Steenwijkers zich daar niet aan houden.

Met een paar sprongen ben je zomaar eeuwen terug in de tijd: 1860 -> 1751 -> 1602.

In het archief van de gemeente Steenwijkerland is het reglement van het beurtveer Steenwijk - Amsterdam met de onderliggende correspondentie bewaard gebleven maar wat minstens net zo interessant is, is de tarievenlijst. Wat kost het om mee te varen. Voor personen is dat vrij eenvoudig. De plaats aan boord bepaalde het tarief. Kinderen en militairen mochten voor half geld meevaren.

Daarna komt er zeer uitgebreid overzicht van allerhande goederen die aangeboden kunnen worden: van huisraad tot een bijenvolk en van zeildoek tot ansjovis. In het archief zit een lijst die waarschijnlijk is opgesteld door het Ministerie van Binnenlandse zaken en als model kon worden gebruikt door gemeenten om een beurtveer toestemming te geven om te gaan varen.

Het beurtveer had een eigen commissaris, zijn taak was om het veer daar waar mogelijk onder de aandacht te brengen als goede vorm van openbaar vervoer. Tenminste twee keer per week konde oversteek worden gemaakt, in de wintermaanden was dat 1 keer week en in de echte winterweken werd er ontheffing gevraagd om de dienst te onderhouden. Het veer tussen Steenwijk en Amsterdam was niet uniek, wel gaat het hier om een lange afstandsverbinding. Nadat het veer uit Steenwijk was weggevaren komt alleen de stad Blokzijl nog in beeld en dan gaat het de Zuiderzee op. Een interessante vraag zou zijn of de schipper bij Muggenbeet heeft aangelegd, daar staat het cafe ,,Geertien" of zou hij gewacht hebben totdat het schip in de sluis van Blokzijl lag en geschut moest worden? In de sluis zal het altijd druk zijn geweest, je zou zomaar eens een uur hebben kunnen wachten op je beurt. Voor bemanning en passagiers is dat een prettig gegeven om nog even de benen te kunnen strekken voordat je uren achtereen in een kleine ruimte opeen zit en het uithoudingsvermogen op de proef werd gesteld. Zeker als het veer vanuit Amsterdam is vertrokken dan moet Blokzijl een verademing zijn geweest: even van boord, even frisse lucht en we zijn er bijna. De hele overtocht nam een ,,dagreis" in beslag.

Nu wordt ook duidelijk waarom de gemeente Steenwijk belang had bij een goede vaarverbinding naar Blokzijl en en haven die naar behoren werkte. Met enige regelmaat dringt de gemeente er bij Blokzijl op aan om maatregelen te nemen. Evenals in Vollenhove zal er meer dan eens sprake zijn geweest van achterstallig onderhoud. Waardoor de vaargeul niet meer diep genoeg was voor de schepen. Tegelijkertijd zien we hier ook de eerste vormen van intergemeentelijke samenwerking ontstaan, die heden ten dage niet meer weg te denken zijn.

We weten op basis van de archiefstukken dat het beurtveer lange tijd heeft bestaan.Tot welk jaar het in de vaart is gebleven is niet te achterhalen evenmin als de tijd die nodig was voor de overtocht, mogelijk een uur of acht. 1860 is het begin van een periode waarin het spoorwegnet langzaam maar zeker ook buiten Holland wordt aangelegd. Medio 1880 krijgt Steenwijk een aansluiting op het spoorwegnet. Dat maakt het beurtveer vrijwel overbodig. Uit een overzicht van bestemmingen van veerdiensten die in 1912 nog vanuit Amsterdam afvaren wordt Steenwijk niet genoemd.

In het Peperhuis 2012 (p 64 - p 78) staat een interessante bijdrage over beurtschepen die over de Zuiderzee voeren. Dat een overtocht niet altijd goed afliep bewijst het aantal scheepswrakken op de bodem van wat nu Flevoland is: 435 in getal. Voor de beurtvaart is wrak B 71 erg bijzonder omdat het scheep en de lading de ramp goed heeft doorstaan, dat wil goed gconserveerd is op de zeebodem. Het schip is omstreeks 1630 vergaan en was onderweg van Overijssel naar Amsterdam.  

Het laatste beurtveer op het IJsselmeer zou de verbinding Enkhuizen - Stavoren genoemd kunnen worden. De veerdienst vaart jaarlijks tussen april en oktober 2 of 3 keer per dag met in totaal 505 afvaarten vanuit Enkhuizen en even zoveel vanuit Stavoren.

veerdienst Enkhuizen - Stavoren

Iets minder frequent vaart er tussen Enkhuizen en Urk en tussen Medemblik en Enkhuizen in de zomerperiode ook een boot. 

 

Bijdrage geplaatst: 5 juli 2017

afbeelding: GemeenteArchief Steenwijkerland, begin- en eindpunt van het beurtveer naar Amsterdam in het Steenwijkerdiep in Steenwijk

afbeelding van de Bep Glasius: auteur

Media