Hij werd geboren in 1929 op dertig passen afstand van de zeemuur, waarachter toen de Zuiderzee nog kabbelde en nu het Zuiderzeemuseum is gevestigd. Het was zijn speelterrein, samen met de speeltuin “Kindervreugde”, waarvan zijn vader in juni 1932 medeoprichter was. Allebei vlak naast de deur.
Zij werd geboren in 1931, eveneens in Enkhuizen en groeide op aan de haven, die langzaam verzoette en waar haar ouders een kruidenierswinkel dreven. Ze hielp mee in de winkel, waar vooral veel vissermannen klant waren, en ging met een mand vol levensmiddelen langs de in de haven aangemeerde vrachtschepen.
Hij stapte toen hij veertien was aan boord van de EH 1 en begon aan een tien jaar durend vissersleven op het IJsselmeer. Hierdoor werd de haven van Enkhuizen ook zijn habitat. Natuurlijk kwamen ze elkaar tegen op en rond de haven maar de vonk sloeg pas echt over tijdens het jaarlijkse speeltuinfeest van “Kindervreugde”. Ze werden verliefd, wat leidde tot verkering, een vijf jaar durende verloving en een goed huwelijk.
Toen zij trouwden in de strenge februari maand van 1956, woonden zij eerst nog enige tijd bij haar ouders in. Daarna huurden zij een klein huisje aan de Zuiderhavendijk en er volgden voor hen samen nog vier verhuizingen binnen Enkhuizen. Zo woonden ze ook nog weer een aantal jaren samen met hun twee kinderen aan de haven. Hij had het vissen verruild voor een baan op het betonningsvaartuig “IJselmeer” en bleef dus werken op het IJsselmeer. Ook vakanties werden regelmatig samen met de kinderen doorgebracht op het water. Eerst huurden zij hiervoor een boot maar later hadden ze zelf een kruisertje. Tijdens deze vakanties werden alle waterwegen van Nederland verkend tot diep in België.
Zij hadden beiden eerder van nabij meegemaakt dat het leven wreed kan zijn, en nu werd zij ziek. Ze stonden machteloos en waren radeloos. Ze overleed op 52-jarige leeftijd vlak na hun 28ste huwelijksdag.
Voor hem ging het leven door. Hoewel het nooit meer werd wat het was, maakte hij er het beste van. Hij kocht na zijn pensionering weer een boot en ging hiermee België, Frankrijk en Duitsland verkennen. Toen hij alles bevaren had wat hij van tevoren in gedachte had, verkocht hij zijn boot. Daarna reisde hij per auto of vliegtuig; soms dichtbij, soms ook ver. Maar na iedere vakantie verzuchtte hij “blij te zijn dat hij de Drommedaris en de Zuidertoren weer in het zicht had.” Omdat hij in zijn leven waarschijnlijk zo’n tienduizend keer de haven van Enkhuizen is uit- en ingevaren, was dat een uitermate vertrouwd beeld.
Hij werd ouder en ouder en de laatste jaren werd het steeds mistiger in zijn hoofd. Hij vergat echter nooit dat de EH 1 het eerste schip was, waarmee hij in 1943 ging vissen. Hij noemde de kuilvisserij in de oorlog soms zijn mooiste tijd. Jong en onbezorgd!
Deze zomer is ook hij overleden op bijna 91-jarige leeftijd. Deze herfst is zijn as, samen met de as van haar, verstrooid in het Krabbersgat, in het zicht van de haven…
foto's: auteur (klik op de foto voor een scherper beeld)
lees ook: Bestaat de Engel van Jan?