Verhaal

De lange nacht van 1953

Het verhaal van de benauwde momenten die men in Stavenisse beleefde in te nacht van 31 januari 1953.

Fallback image Zuiderzee Redactie icon location Stavenisse

Het was zaterdagavond 31 januari 1953. Ik zat gezellig met familie en vrienden in een grote boerderij aan de Stavenisseweg. de drankjes vloeiden rijkelijk en er werd een sigaretje opgestoken.Toch was er eigenlijk maar één onderwerp wat in ieder gesprek terugkwam, de hoge stand van het water. De wind stond Noord-West, een storm, maar dat maakte het niet zo spannend. De combinatie van die storm en het springtij, dat zou nog wel eens problemen op kunnen leveren. De vraag die iedereen bezighield was hoe we de nacht door zouden komen….. niemand wist toen nog dat het de langste nacht uit ons leven zou worden.
Op straat werd het steeds drukker. Alle mannen die konden sjouwen, sjouwden met grote jutezakken gevuld met zand en vloedplanken. Alles om maar te proberen het water tegen te houden. Het was nog lang geen vloed maar het water liep nu al over straat. Ook wij gingen naar buiten. Er wordt een zandzak in mijn handen geduwd, ‘Helpen joh! Deze avond zou wel eens onze laatste kunnen zijn…’

Verschrikt pakte ik de zandzak aan en begon de mannen te helpen. ‘Het zou wel eens de laatste kunnen zijn’, dat dreunde bij iedere zandzak die ik pakte weer door mijn hoofd. Na een lange avond werken zagen we het water steeds hoger komen, de straten stonden al onder water. 
Als een dreun komt het bericht binnen: ‘de Veerdijk is doorgebroken!’.

Doorgebroken? Dat kon toch niet, die is veel te sterk! Dat is wat ik op dat moment nog dacht. 


Toen ontstond de paniek, iedereen moest naar hogerop! Mensen werden hun huizen uitgehaald en we probeerden iedereen wakker te maken. Ondertussen begonnen de sirenes te loeien en ook de dieren raakten in paniek. Honden blaften onophoudelijk. We probeerden alle dieren die nog in de boerderijen waren te bevrijden. Op een gegeven moment werd het ook voor ons te gevaarlijk. We sneden de laatste touwen van het vee door en zorgden dat we met de laatste mensen naar de Molendijk kwamen.

De Molendijk ligt een stuk hoger, maar alle huizen zaten overvol. Iedereen probeerde zo hoog mogelijk een plaats te vinden . Niemand weet op dat moment wat er nog gaat komen. 
Het was donker, de stroom was uitgevallen en de nacht was zwart. De hele zolder zat vol en angstig wachtten we wat de schade zou zijn als deze verschrikkelijke storm over was. 
De storm raasde over de huizen en het water bulderde en ramde tegen de huizen. Aan de trap konden we zien hoe hoog het water kwam, op zolder werd het stil…iedereen was verstomd van angst. Buiten hoorden we mensen schreeuwen, ik registreerde het wel maar pas later realiseerde ik me wat er was gebeurd.

 

Toen werd het licht, ik durfde eigenlijk niet eens naar buiten te kijken, die lange donkere nacht had ik nog kunnen bedenken hoe het eruit zou zien, maar nu zou de dag onthullen wat er allemaal gebeurd was. Een enorme watervlakte zag ik uit het raam, in het water zag ik van alles drijven, van een pop tot een eettafel, maar ook de lichamen van mensen die het niet hadden overleefd.

Stavenisse 1953

 

Reddingsbrigades en militairen, overal vandaan, probeerden de mensen die vast zaten uit de huizen te halen. Het water zakte, maar de angst voor de volgende vloed was duidelijk merkbaar. 
Alle schade van de storm en het springtij werd duidelijk toen het water nog verder zakte, de aanblik van alle verdronken dieren op de boerderij…

Mensen hadden zich overal verstopt, om maar een veilige plaats te vinden tegen de storm, zelfs in de kerktoren zaten mensen. De redders voeren iedere keer uit en dan weer terug naar de Voorstraat, vreselijke momenten, iedere keer als de boot de straat in kwam varen werd er reikhalzend uitgekeken. Soms was het een fantastische hereniging, vaker was het een groot verdriet.

De avond kwam veel te snel en het reddingswerk werd er niet makkelijker op. Ook nu kwam de vloed weer op en de mensen zochten wederom een veilige plaats. Ook deze nacht kwamen nog vele mensen en dieren om. Reddingswerkers probeerden met man en macht iedereen in veiligheid te brengen, je hoorde mensen schreeuwen om hulp.

Dankbaar ben ik voor alle mensen die ons toen een toevluchtsoord gegeven hebben, die geprobeerd hebben iedereen in nood te redden. Belangrijk vind ik het dan ook dat er daarna meer geld vrijkwam voor reddingsbrigades. Niet alleen de deltawerken moeten ons beschermen, maar ook de hulpverleners die nu zo goed opgeleid worden.
Ik hoop dat ons dit nooit meer hoeft te overkomen. Als ik dan in de krant lees dat heel veel mensen geen idee hebben wat ze zouden moeten doen, of wat er zou gebeuren als er een dijk door zou breken, maak ik mij wel eens zorgen. Hopelijk nooit weer zoals die lange nacht in 1953….

 

Getekend- Bewoner van het dorp Stavenisse ( Zeeland) op moment van de ramp 19 jaar oud.

Bijdrage van Reddingsbrigade Nederland

Alle rechten voorbehouden