Verhaal

Een Enkhuizer in een Urker ijsvlet.

20130907_151629.jpg Corry Blok-Plas

Je moet er iets voor over hebben om de melk te verkopen.

ijsvlet2.jpg

De ijsvlet wordt door Urker mannen gedragen.

 

Ik kwam in het blad “Urker Volksleven” een oogverslag tegen van een inwoner van Enkhuizen van een reis met de ijsvlet van Urk. Zie ook De IJsvlet van Urk Het verslag dient als basis voor dit verhaal.

Dhr. T. Hooyberg was bedrijfsleider van de Enkhuizer Melkcentrale en in die hoedanigheid vond hij het nodig om Urk te bezoeken. De Melkcentrale leverde namelijk een groot deel van de melk die op Urk geconsumeerd werd. Maar of dit nu zo’n goed idee was van dhr. Hooyberg? Ik denk het niet. Het was dinsdag 2 januari 1934 en de veerboot Urk – Enkhuizen voer niet in verband met ijsgang. Urk was nog een eiland, de afsluitdijk pas gereed en hoewel sommige Urkers dachten dat de afgesloten zee niet meer zou bevriezen, kwamen zij van een koude kermis thuis.

De heer Hooyberg was echter niet voor één gat te vangen en ging over de weg naar Kampen en dacht met de veerboot van Kampen naar Urk zijn doel te bereiken. Dat lukte dan ook en hij kwam op 3 januari met de “Geusau” op Urk aan. Na gedane zaken stapte  hij de volgende dag om 7 uur ’s ochtends wederom aan boord van de Geusau om de terug tocht via Kampen naar Enkhuizen te maken. Toen bleek dat er op zee inmiddels zoveel ijs was gevormd dat de Geusau na uren “ijsbreken” terug moest naar Urk. Ook een dag later lukte het niet de overtocht naar Kampen te maken.

geusau.jpg

De veerboot “Dir. Gen. Jhr. Von Geusau” voer tussen Kampen en Urk.

Omdat de post zich inmiddels had opgestapeld op Urk, werd de ijsvlet “vaarklaar” gemaakt om de tocht naar Kampen te maken. Aan boord 10 stoere Urkers en bij uitzondering werd het dhr. Hooyberg ook toegestaan mee te “varen”. Hij kreeg nog een paar minuten de tijd om een hartversterking te halen en klompen, kousen en een lekkere dikke Urker broek te versieren.

Het werd een barre tocht. Het ijs, soms wel 10 cm. dik, is toch niet sterk genoeg om de vlet te dragen. Deze moest dan ook regelmatig door de mannen door het ijs getrokken worden. Het werd mistig en donker en alleen een kompas bood houvast op deze barre ijszee.

Tot grote opluchting van de heer Hooyberg zagen ze uiteindelijk het licht van de vuurtoren op Schokland. Het duurde toen nog uren voordat dit eilandje bereikt werd. De Urker ijslopers trotseerden onverstoorbaar de bittere koude en het zware werk om de vlet vooruit te krijgen. Om half 10 ’s avonds werd Schokland bereikt. In die tijd stonden daar nog maar drie woonhuizen, voor de havenmeester en de lichtwachters. De havenmeester voorzag de mannen van koffie maar voor een slaapplaats moesten ze nog een half uur lopen in hun natte kleding naar een schuurtje aan de andere kant van het eiland. Waarom er in de drie woonhuizen geen plaats was is mij niet duidelijk. Het zullen wel kleine huisjes geweest zijn maar erg gastvrij komt het niet over.

De toestand van het schuurtje viel ook vies tegen. In de vloer zaten gaten en ramen waren kapot. De Enkhuizer was erg teleurgesteld maar groot was zijn bewondering voor de manier waarop de Urkers hiermee omgingen. Ik citeer dhr Hooyberg: “Doch deze helden der zee, die zo oneindig veel meer doormaken, waarvan een landrot geen flauw vermoeden heeft als hij gezellig thuis zijn visje verorbert, maken zich het leven zo goed mogelijk en zonder morren worden de ramen gestopt en de gaten gevuld met zeildoek en dergelijke”. Ze kregen de kachel aan de praat en hadden nog wat aardappelen en worst, hetgeen op vissersmans wijze werd bereid en genuttigd. Of dat lekker is weet ik niet maar honger maakt rauwe bonen zoet, toch?

Tegen elkaar aangeleund op banken en vloer, werd de nacht half slapend, half wakend doorgebracht. Niet zo verwonderlijk dat de gedachten van Dhr. Hooyberg afdwaalden naar de helden van Nova Zembla. ’s Ochtends is bij het daglicht in de verte de ijsvlet uit Kampen te zien, die rond half 10 aankomt op Schokland. Zij hadden er “slechts” 5 uur over gedaan omdat de boot de hele reis over het ijs kon worden getrokken. De heer Hooyberg keert samen met de post uit Urk met deze vlet terug naar Kampen, waar hij in de loop van de middag aankomt. Zaterdagavond om 10 uur arriveert hij in Enkhuizen met een paar Urker kousen aan en versleten schoenen. “Het was me het weekje wel”, zal hij gedacht hebben.

Voor de Urker ijslopers was het allemaal nog veel zwaarder. Omdat het vrijdag en zaterdag te mistig was om de tocht te ondernemen, kwamen zij pas zondagavond uitgeput op Urk aan. Na een tocht die nog veel zwaarder was verlopen dan de heenreis. Ze noemen de tochten met de ijsvlet ook niet voor niets “bloedreizen”! Zie De IJsvlet van Urk.

ijsvlet.jpg

Een ijsvlet in een ijszee. 

Bron: Urker Volksleven 35e jaargang, nummer 5, december 2008

Foto’s: IJsvlet uit Zuiderzeecollectie en Geusau uit Urker Volksleven