Verhaal

Wandelen in Friesland (2)

Meelopen met Van Lennep en Hogendorp

Fallback Image Profiel Vincent Erdin

Aan de hand van de beschrijving van twee studievrienden kunnen we een beeld krijgen van de afgelegde route

Murnserleâne in het Rijsterbos

In de eerste bijdrage onder deze titel staat dat de vrienden Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp in Stavoren zijn aangekomen na hun wandeling door het Gaasterland.

Maar wie waren deze twee Leidse studenten en wat bewoog hen tot hun wandeling door Nederland?

Jacob van Lennep was de zoon van David Jacob van Lennep, hoogleraar klassieke talen en geschiedenis aan het Amsterdamse Athenaeum, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam. Jacob gaat als hij 17 jaar is rechten studeren aan dat Athenaeum. Na de eerste jaren in Amsterdam zet hij zijn studie vervolgens voort in Leiden. In 1823 studeert hij af. In zijn Leidse jaren heeft hij de iets oudere Dirk van Hogendorp leren kennen die ook rechten studeerde. Zijn vader was Karel Gijsbert van Hogendorp die in de directe kringen van Koning Willem I verkeerde. 

Dirk studeerde in 1822 af. In principe lag het voor de hand om dan een "Grand Tour" te gaan maken. Kennis en ervaring opdoen in Europa, kijken in steden en colleges volgen aan buitenlandse universiteiten. Het zou het leven vormen. Dirk was niet te porren voor dat internationale avontuur. Maar een binnenlandse variant in het nog niet zo heel oude Koninkrijk der Nederlanden met een levenslustig iemand als Jacob van Lennep trok hem veel meer. Tijdens deze tocht die Dirk (25 jaar) en Jacob (21 jaar) ondernemen maken ze dankbaar gebruik van het netwerk van de vader van Dirk. Talloze keren nodigen zij zichzelf uit op de thee, lunch of diner. De keren dat dit niet lukt omdat de rechter, predikant of andere notabele niet aanwezig is op het genoemde adres eten ze in de lokale herberg. Weliswaar komen ze daar niet de adel tegen die garant zou kunnen staan voor een interessant gesprek maar ook dit deel vormt wel hun denkwijze. Dat ze nog jong en daardoor wat onbezonnen zijn blijkt ook wel uit de enigszins lompe opmerkingen die zij in het dagboek noteren. 

De reden voor deze serie was een discussie die enkele weken geleden ontstond over de gevolgde route tussen Meppel en Steenwijk. Die beschrijving is zo kort dat het nauwelijks mogelijk is om na te gaan hoe de twee zijn gelopen. Gedetailleerd kaartmateriaal is niet meer voor handen. De wegenlegger van wegen en voetpaden van die tijd (1823) ligt misschien ergens in een archief.

De tocht tussen Rijs en Workum is beter beschreven, om die reden is gekozen voor dat deel van de wandeltocht als begin van deze serie.

Zij lopen in Rijs langs een dan al vervallen buitenhuis van mevrouw Rengers. Het landgoed bestaat nog steeds als onderdeel van It Fryske Gae, het huis zelf is in 1937 afgebroken. Bij het informatiepaneel aan de ingangen van het Rijsterbos staat dat er "eeuwenoude eikenbomen" staan. De laan of meer het pad waar zij over gelopen hebben is nog steeds aanwezig.  Vanuit een stil bos met een zomerse bomentooi komen zij dan op het klif van Gaasterland.

bijdrage geplaatst: 1 april 2020

afbeelding: auteur