Verhaal

Wandelen in Friesland (3)

Tussen het Rijsterbos en Stavoren

Fallback Image Profiel Vincent Erdin

Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp maken een wandeltocht, niet zomaar een wandelingetje maar een rondje Nederland

Laaksum

Bij de vorige aflevering (wandelen in Friesland 2) zouden de vrienden het Rijsterbos verlaten en op weg gaan naar Stavoren. Het prettige van het dagboek is dat er nauwelijks verschil van inzicht kan bestaan over de gevolgde route: langs de dijk. Dat kan er in Gaasterland maar een zijn: die langs de Zuiderzee. Een andere mogelijkheid is er ook niet, zelfs nu niet.

Bij het verlaten van het Rijsterbos slaan zij rechtsaf richting Mirns. Het is nog steeds een stil en weids gebied, een mooi deel van Gaasterland. Maar heden ten dage: schijn bedriegt. Onderhuids broeit er wel iets. Op veel plaatsen bij woningen en in tuinen staan protestborden: Stilte en Rust: ja; zandwinning: Nee!

Kennelijk is er, of wordt er, een concessie afgegeven om zand te winnen in het IJsselmeer en dat aan land te brengen. Op iedere plek waar dat zal gebeuren ontstaat een bedrijventerrein en de vraag is of dat past in dit landschap nog afgezien van het extra verkeer waar de smalle wegen niet op zijn berekend.

Tussen het Rijsterbos en Stavoren moet het zijn opgevallen dat het nog een weids en leeg landschap is en dat is bijna 200 jaar later nog steeds zo. Onderweg staan wel woningen maar die zijn van recenter datum, een gevelsteen uit 1872 op een woning laat zien dat de wandelaars die in ieder geval niet hebben kunnen zien. Maar een steen op een woning in Laaksum van 1732 weer wel. Bij Mirns zal een enkele boerderij hebben gestaan, in Laaksum eigenlijk hetzelfde: boerderijen en een paar woningen. Toch zal er in Laaksum meer bedrijvigheid zijn geweest dan in Mirns en dat komt door het haventje waar enkele vissersschepen hebben gelegen. Ook nu is er nog een beroepsvisser actief op het IJsselmeer. 

Wat deze etappe interessant maakt zijn de twee kliffen die gepasseerd worden. Direct na het Rijsterbos, en tussen Laaksum en Stavoren het Rode Klif. Met p/m. 10 meter boven NAP is het een bijzonder verschijnsel. Deze hoogte zal verder nergens in de provincie meer bereikt worden of het moet een duintop op een van de Waddeneilanden zijn.

Rode klif

 

Over het Rijsterbos nog dit: de Murnsterleane is het belangrijkste pad maar evenwijdig daaraan ligt de Enkhuizerlaan. Als Van Lennep en Hogendorp bij het Rode Klif komen dan denken zij hardop na over het bevloeien van de landerijen met zeewater. Dat tarwe en andere landbouwgewassen geen zout water kunnen verdragen zullen zij op die leeftijd en met de kennis van hun rechtenstudie niet bedacht hebben. Schapen kunnen nog wat zilt gras verdragen maar koeien hebben al verfijndere smaakpapillen. Om over landbouw maar te zwijgen, plantenwortels verdragen nog steeds geen zoutwater al worden daar wel proeven mee gedaan. 

Verder lopen zij opmerkelijk zwijgzaam over hun omgeving verder. Zij moeten het dorp Skarl hebben gezien en de Zuidertoren van Enkhuizen. Hogendorp had een kaart in zijn binnenzak, die haalt hij bij verschillende gesprekken tevoorschijn om tijdens een gesprek te laten zien waar zij vandaan zijn gekomen en waar zij naartoe denken te gaan. Met een beetje fantasie en de stand van de zon aan de hemel op dat moment hadden zij kunnen bedenken dat het Enkhuizen moet zijn geweest. De afstand tussen klif en Zuidertoren is nauwelijks 20 kilometer.

 

Zuidertoren Enkhuizen

Ook al volgen zij de dijk en is het een belangrijke route in Gaasterland het zal geen hoofdweg zijn geweest. Breder dan een zandpad waar twee boerenkarren elkaar konden passeren was het niet. Het zal nog tot ver in de 19e eeuw duren eer er puinverharding op dergelijke paden werd aangebracht en nog weer enkele decennia later zou er een klinkerverharding worden gelegd. De asfaltlaag die er nu ligt is prettig en een luxe voor wandel- en fietsverkeer.

 

Dijk tussen Mirns en Stavoren

En zo wandelen zij door de vervallen poort van Stavoren de stad binnen waar zij een stad in verval aantreffen. Dat was in 1823 maar het zou honderd jaar later in veel Nederlandse plaatsen net zo zijn. Veel woningen die eigenlijk al onbewoonbaar zijn maar waarvan de woonbestemming toch iedere keer weer opgerekt wordt. En ook heden ten dage worden er woningen weggebroken die de langste tijd er op hebben zitten. Zo verdwijnt in veel plaatsen het beeld van de woningbouw uit de jaren 50 en 60. 

bijdrage geplaatst: 7 april 2020

afbeeldingen: auteur 

 

 

 

Media