Koningin Wilhelmina, prinses Juliana en prins Hendrik op bezoek bij de Z.V.T.
Vlootrevue of vlootschouw?
Waarom er sprake was van een vlootrevue in plaats van een vlootschouw is niet helemaal duidelijk. Bij een vlootschouw varen de schepen langs een hoofdschip, waarop een hooggeplaatst persoon de vloot aanschouwt en begroet wordt. Bij de vlootrevue van de Z.V.T. was het de bedoeling dat er honderden Zuiderzee vissersschepen ten anker zouden gaan op de rede van Enkhuizen, waarna een schip van de marine met de koningin aan boord langs de vloot zou varen om de vissers te aanschouwen en te groeten. Misschien is het verschil in wie of wat er vaart een verklaring voor de naam vlootrevue in plaats van vlootschouw, maar het kan ook gewoon een ouderwetse naam zijn.
Aanvankelijk rekende de organisatie wel op zo’n 800 vissersvaartuigen en ook nog eens zo’n 200 jachten van de Koninklijke Zeil- en Roeivereniging, maar dat bleek wat te hoog gegrepen. Toch lagen de havens van Enkhuizen die donderdagavond voorafgaand aan de vlootrevue op vrijdag stampvol met vooral houten vissersboten, zoals botters, Volendammer kwakken, Staverse jollen, schouwen en aken. In de buitenhaven lagen zo’n 50 jachten afgemeerd. Duizend schepen hadden er waarschijnlijk niet in gepast.
Dansen op ons graf
De opkomst onder de vissers was goed te noemen, in ogenschouw nemend dat veel vissers eerst zo hun bedenkingen hadden tegen de Z.V.T. met al zijn festiviteiten. Zij waren immers de slachtoffers van de afsluiting van de Zuiderzee. Hen werd het brood uit de mond gestoten en zij waren over het algemeen niet erg te spreken over de vergoedingen, die zij uit de opgetuigde Zuiderzee Steunwet zouden ontvangen. “Ze gaan dansen op ons graf” mopperden er velen. Maar afgezien van Harderwijk, waren alle Zuiderzeeplaatsen vertegenwoordigd. Uit Urk maar vooral uit Volendam en Spakenburg was de opkomst groot. Deze plaatsen zullen in die tijd wel de grootste vissersvloot hebben gehad en daar konden Bovenkarspel en Ransdorp, met resp. één en twee schepen, natuurlijk niet tegen op.
De vlootrevue zou gehouden worden op de strook water dwars van de Wierdijk, strekkende vanaf de vuutoren “de Ven” tot de westelijke strekdam van het Krabbersgat. Er kwamen ankerlijnen gemarkeerd met verschillende kleuren, zodat ieder schip op de van tevoren bepaalde positie zou kunnen ankeren. De vissersschepen zoveel mogelijk uit één plaats bij elkaar en de jachten gesorteerd op lengte. Ook de manier van vlaggen en pavoiseren – het versieren met seinvlaggen – was vastgelegd. Zo was alles tot in de puntjes geregeld voor het koninklijk bezoek. Niets kon er fout gaan of toch wel?
“Dut op”
De koninklijke trein met daarin koningin Wilhelmina, prins Hendrik en prinses Juliana arriveerde rond half 10 in Enkhuizen. Na de ontvangst door burgemeester Zimmerman (van 1928 tot 1931 in Enkhuizen) volgde een rijtoer in open auto’s door Enkhuizen en een ontvangst op het stadhuis. Daarna ging het gezelschap naar het Z.V.T. terrein, waar wethouder Stapel de rondleiding voor zijn rekening nam. Legendarisch zijn inmiddels zijn woorden, namelijk het Westfriese: “Dut op, majesteit!” Hij zou ze regelmatig met enig aandringen hebben uitgesproken, want het was niet de bedoeling dat de koningin naar eigen inzicht het terrein ging verkennen. Daar was geen tijd voor in het strak georganiseerde volle programma.
Eerst de domper daarna het gejuich
Rond twee uur ’s middags ging het koninklijk gezelschap aan boord van het marineschip “Mercuur” voor de vlootrevue. Maar helaas hadden vele vissersvaartuigen geen kans gezien om de haven van Enkhuizen uit te varen. Zij hadden geen motor aan boord en door de ongunstig harde Oostenwind lag Enkhuizen aan lagerwal. Alleen een aantal gemotoriseerde jachten lag ten anker in de daarvoor bedoelde zone. Zo zie je maar weer: je kunt alles nog zo goed voorbereiden en regelen maar het weer heeft niemand in de hand, en kon, toen ook al, spelbreker zijn.
De koningin had het snel bekeken op het water – misschien schommelde de “Mercuur” te heftig en werd ze zeeziek – ze stapte in ieder geval weer aan wal. Ze besloot toen om zich met de auto langs de volle havens te laten rijden en daar de vissers toe te spreken. Tenslotte ging het om deze mensen op een Zuiderzee Visscherij tentoonstelling. Het nieuws verspreidde zich snel en de Enkhuizer vissersbuurt ’t Suud stroomde vol en het koninklijk gezelschap werd door de vissers en het volk toegejuicht.
Zo was de dag toch nog geslaagd en burgemeester Zimmerman en wethouder Stapel ontvingen enkele dagen later van koningin Wilhelmina een lintje.
Lees hier meer over Z.V.T. (1)
Met dank aan de heer J.de Jong uit Enkhuizen voor het gebruik van zijn uitgebreide documentatie en foto-archief.