Verhaal

Garrelt Bont groeit op in Monnickendam

20130907_151629.jpg Corry Blok-Plas

Over rokerijen en andere activiteiten in Monnickendam

WP_20180703_14_31_58_Pro.jpg

Werk voor vrouwen en mannen in de visrokerij.

Garrelt Bont (1941) is geboren in Monnickendam en opgegroeid aan het Noordeinde 67, de hoofdstraat van Monnickendam. Daar hadden zijn ouders een kruidenierswinkel, waar er in die tijd veel van waren. Naast de winkel was zijn vader ook nog een zelfstandige timmerman. Garrelt ging wel eens mee met zijn vader als die een timmerklus had op Marken. Marken is met zijn houten huizen wel haast het walhalla voor timmerlieden te noemen. Het materiaal werd op een handkar geladen en de reis naar Marken ging per veerboot, een heel avontuur voor de jonge Garrelt.

Opa Bont was ook timmerman maar was in zijn jonge jaren daarnaast molenaar. Door het afbranden van de molen in 1892 kwam hieraan een einde. Als timmerman kocht hij huisjes in Monnickendam voor 500 gulden, knapte deze zelf op en ging ze dan verhuren voor 1,25 per week. Om huurders te lokken, gaf hij gratis een aantal rollen behang aan de nieuwe bewoners. Nadat Opa overleed, erfde de vader van Garrelt samen met zijn broer en zus 8 huisjes in Monnickendam. Het was begin jaren zestig en de jonge Garrelt moest wel eens de huur ophalen, maar zijn vader had niet zo veel met die huisjes en in die tijd werden er dan ook drie huisjes verkocht voor totaal 9000 gulden. Een aantal jaren later bracht één huisje ditzelfde bedrag op.

Monnickendam was aangewezen als plaatst voor een visafslag terwijl de vissersdorpen Volendam en Marken deze moesten ontberen. De visafslag heeft er voor gezorgd dat Monnickendam groot werd met visverwerkende bedrijven. Er waren maar liefst 35 rokerijen. Garrelt weet nog goed dat zijn moeder altijd keek hoe de wind waaide, alvorens zij de was buiten ging ophangen. De kans dat de schone was naar gerookte vis ging ruiken was vrij groot. Paling, makreel en bokking (haring) werden veel gerookt. Dit bood aan veel Monnickendammers, zowel mannen als vrouwen, werk.

Naast de rokerijen waren er twee scheepswerven op Monnickendam, twee lijnbanen en een ansjoviszouterij van de firma Bloem aan de Oudezijds Burgwal. Het pand is opnieuw opgebouwd in het Zuiderzeemuseum, zie foto.

DSC00378.JPG

In de jaren na de afsluitdijk is al deze bedrijvigheid in Monnickendam langzaam maar zeker verdwenen en zijn er nu nog maar twee rokerijen over. In zijn jeugd speelde Garrelt regelmatig met vriendjes bij de rokerijen. Eén daarvan had wel 80 mensen in dienst en dreef handel over de hele wereld. Er was altijd veel te doen en er gebeurde altijd wel wat, volgens Garrelt. Zo was het leuk voor de jongens om bij de rooktorens te kijken, waarin wel 3 lagen vis boven elkaar hingen.

Bij de afslag lag ook de nest, dit is bijvangst van kleine visjes, die naar Den Ilp werd gebracht om als eenden- en kippenvoer te dienen. Dit verklaart waarom eieren vroeger vaak naar vis smaakten. Soms pikte Garrelt een beetje nest, dat hij samen met vrienden gebruikte als aas om mee te “snoekbaarzen” bij de “Gravelijkheidssluis”.

Ondanks dat Garrelt opgroeide aan het water heeft hij, net als zijn voorvaders, nooit de behoefte gehad om te gaan varen, niet voor zijn plezier en ook niet voor zijn werk. Hij begon als schilder, werkte daarna bij Beerenschot en is tenslotte ambtenaar geworden bij de KOF. Dit is een instituut voor opleidingen voor Rijn- en binnenvaart met het hoofdkantoor op de Nieuwe Zijds in Amsterdam. Garrelt bekleedde hier een administratieve funktie en had weinig met de vaart zelf te maken. Zijn belangrijkste wapenfeit op vaargebied is dat hij vijf keer mee is geweest met het opleidingsschip van de KOF naar Sail in Amsterdam.

Garrelt Bont vertelde zijn verhaal bij het vertelcafé op 3 juli 2018 te Monnickendam.

Bekijk ook het interview met Garrelt Bont op: http://www.verhalenvanvroegermonnickendam.nl/